woensdag 27 november 2019

Admiraal Piet Hein en de communisten

Ofwel, waar de zilvervloot vandaan kwam: De reducties in Paraguay (1609-1767).

De Jezuïeten kwam Paraguay binnen in de 16de eeuw, daar heen gezonden door de hoge adel van Portugal en Spanje. Door de tijd heen, gelukte het hen de leiding te nemen over de plaatselijke Guarani indianen, en verbood het hen zich te mengen onder de Spanjaarden en Portugezen. Het was onder deze lieden, dat de jezuïeten hun communes maakten genaamd reducties. Richard W. Thompson, een voormalige secretaris van de Amerikaanse Marine, onthult:

De argeloze indianen waren gemakkelijk verleid door daden van vriendelijkheid. Het resultaat was, over een zekere periode, dat het hen gelukte reducties op te zetten -Anders gezegd, dorpjes- met veel indianen samengebracht daar in. Deze reducties groeiden tot elke enige honderdduizenden inwoners. De 57 reducties stelden de Jezuïetenstaat samen, en waren allemaal door het ritueel van doop, waarbij rooms burgerschap en haar immuniteiten verkregen werden, onder bestuur van de jezuïeten gebracht.
De commune, of reductie, werd in het gareel gehouden door een systeem van spionage.
Elke reductie werd geleid door een Jezuïet, ondersteund door een pastoor en een kapelaan als assistenten, maar wiens primaire taak spionage was.



En dit is het systeem van communisme vandaag. Deze communes, republieken genoemd door de Jezuïeten, legden uiteindelijk verantwoording af aan de generaal van de Jezuïeten in Rome.

In elke reductie was het de inheemsen toegestaan een seculiere magistratuur te kiezen, met beperkte en onbelangrijke macht over wereldlijke zaken, welke hen toevertrouwd konden worden zonder de vermeend theocratische structuur van de overheid te belemmeren. Alles was naar behoren voor het beheer van openbare gelegenheden van een absolute monarchie, met al haar macht gecentreerd in de generaal te Rome, wiens autoriteit was geaccepteerd als gelijk aan die van god, die gehoorzaamheid eiste van iedereen.

De status van commune leden was er een van gelijkheid, en elke reductie had een centrale bank. We lezen:
...algemene gelijkheid had de overhand. De principes van socialisme en communisme, zoals we die nu verstaan, regeerden all reducties. Alles nodig voor materieel comfort en welvaart van de indianen was gemeenschappelijk. Voor elke familie werd een deel van het land gereserveerd voor bebouwing. Ze hadden handel ook onder de knie gekregen, veel van hen, zowel mannen al vrouwen, werden deskundig. Maar de verdiensten van het geheel werden samengebracht in gemeenschappelijke pakhuizen in elke reductie, en verdeeld door de jezuïeten in porties van slechts het nodige voor ieder individu... Kiesrecht was algemeen, maar bekrachtiging van de jezuïeten was nodig voor elke verkiezing.

Ja medelanders, u leest het goed. Nederland is een reductie, en wel sinds Napoleon Bonaparte. Piet Hien heeft de jezuïeten berooft, dus namen van dergelijke zeehelden zullen uit het straatbeeld verdwijnen. De producten van de reducties werden verscheept voor handel in zwarte schepen, veel naar Europa. De zilvervloot bevatte de vrachten van noeste arbeid van de communistische Guarani indianen. Maar we gaan verder met vertalen, nu over de aanvallen op mannelijkheid die we ook vandaag overal zien;
Om de goedgelovige indianen te leren dat gehoorzaamheid naar het gezag hun eerste plicht was, werden ze onderworpen aan regels van omgang en gedrag, die werden afgedwongen met strikte ernst. Ze werden overal in het oog gehouden, de zoekende ogen van jezuïeten waren altijd op hen gericht. Ze stelden eigenlijk een voor jezuïeten ideale maatschappij samen; die is: volgzaam, handelbaar, onderdanig, gehoorzaam, zonder de minste schijn van mannelijkheid. Aldus deze onderwerping voltooid, werden krachtige maatregelen ondernomen om elke verandering van deze toestand onmogelijk te maken.

De Jezuïeten republiek, samengesteld uit zevenenvijftig Paraguayse reducties, was een groot commercieel rijk, waar meer dan tweehonderdduizend slaven werkten voor zwartgerokte zakelijke gezagsvoerders. E. Boyd Barrett, een Ierse ex-Jezuïet, verteld ons:
De Jezuïeten, zoals goed bekend is, hielden grote delen van Paraguay onder missionair bewind van 1650 tot 1750. Meer dan een kwart miljoen inheemsen werkten onder hun absolute heerschappij, die daar voor niet betaald werden. Maar ze werden opgeleid, getraind, gehuisvest, gekleed, gevoed, en tot op bepaalde hoogte geamuseerd, maar wat werd er van de overvloedige winst van hun werk en de enorme handel die er uit voort sproot? Meer dan tweeduizend schepen zeggen te zijn bezig geweest met vervoeren van de lading over de Parana rivier; de economische waarde van van de reducties was zonder twijfel enorm: Zo groot, dat de Spaanse en Portugese handelaars erg jaloers werden. Robertson schatte dat de reducties tenminste 25 miljoen dollar voor de Compagnie van Loyola verdienden (25 miljoen aldus een citaat uit 1935).

Heb je wel gehoord van de Zilveren vloot,
de Zilveren vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
en appeltjes van Oranje

Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein,
zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot,
hij heeft gewonnen de Zilveren vloot,
hij heeft gewonnen de Zilvervloot!

Zei toen niet Piet Hein met een aalwaerig woord:
"Wel, jongetjes van Oranje!
Kom klim 'reis aan dit en aan dat Spaanse boord
en rol me die mat van Spanje!"

Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein,
zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot,
hij heeft gewonnen de Zilveren vloot,
hij heeft gewonnen de Zilvervloot!

Klommen niet de jongens als katten in t'want
en vochten ze niet als leeuwen?
Ze sloegen de Spanjers wel duchtig te schand';
tot in Spanje klonk hun schreeuwen.

Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein,
zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot,
hij heeft gewonnen de Zilveren vloot,
hij heeft gewonnen de Zilvervloot!

Kwam er nu nog 'reis zo 'n Zilverenvloot,
zeg, zou jullie nòg zo kloppen?
Of zoudt ge je veilig en buiten schoot
maar stil in je hangmat stoppen?

"Wel, Neerlands bloed, dat bloed heeft nog wel moed!
Al bennen we niet groot, al bennen we niet groot,
we zou'en nog winnen een Zilvervloot!
We zou'en nog winnen een Zilvervloot!

Verder spreidde het commerciële rijk van de Jezuïeten zich uit tot aan Centraal America inclusief Mexico.
De meest dramatische getuigenis van gretigheid en begeerte voor aardse goederen, is te vinden in een brief van de Eerbiedwaardige Bisschop Palafox Los Angeles (Mexico) naar Innocentius X op 25 mei 1647. Deze handelt over de rijkdom van de Jezuïeten in Mexico.

Meest heilige vader:

Ik vond bijna alle rijkdom, alle onroerend goed, alle schatten van deze provincie van Amerika, in de handen van de jezuïeten, die deze nog steeds bezitten. Twee van hun colleges hebben 300.000 schapen, zonder het kleine vee te tellen; en terwijl bijna alle kathdrale kerken en alle orders tezamen slechts drie suikerraffinaderijen hebben, hebben de jezuïeten zes van de grootsten. Een van deze raffinaderijen is gescht op meer dan ene half miljoen thalers; en deze enkele provincie van jezuïeten, welke slechts uit 10 colleges bestaat, bezit, zoals gezegd, zes van deze raffinaderijen, van welke een enkele honderdduizenden thalers per jaar op brengt. Daarnaast hebben ze enorme maïsvelden. Ook hebben ze zilvermijnen, en als ze doorgaan met uitbreiden van hun macht en rijkdom zoals tot op heden, zullen onze pastoors hun kosters worden en de leken hun rentmeester, terwijl de andere ordes moeten gaan bedelen aan hun deuren. Al deze bezittingen en al deze aanzienlijke winsten zouden een vorst rijk maken, maar dienen geen andere doel dan het bekostigen van hun colleges... Hier kan nog aan toegevoegd worden de vaardigheid waarmee ze deze zeer overvloedige rijkdom verwerven. Ze onderhouden publieke pakhuizen, veemarkten, slachthuizen, en winkels. Een deel van hun goederen worden via de Filipijnen naar China verzonden. Ze lenen hun geld uit met rente, veroorzaken zo schade aan anderen.


Blijkbaar had de contrareformatie destijds een nog weelderige Gouden Eeuw dan de reformatie in Nederland. De jezuïeten namen de leiding over de heilige inquisitie over van dominicanen en franciscanen in 1541. Het Concilie van Trente (1545-1563), waar de richtlijnen voor de contrareformatie vastgesteld werden, voorspelde het einde van onze republiek in 1795. In 1814 kwamen de jezuïeten terug in het Vaticaan, na hun verbanning daar in 1773, dus in de 19de eeuw werden er opnieuw bisschopszetels geplaatst in de Nederlanden (1853), kwamen de remonstranten die verbannen waren bij de Synode van Dordrecht terug, en zetten het Vrijzinnig Protestantisme op, promootten hun socialisme in het onderwijs in Europa, Karl Marx werd opgeleid door Peter Jan Beckx. Lenin hief de verbanning van de jezuïeten op in Rusland, alle Russische kinderen, alsook elders on de Sovjet Unie, kreeg de katholiek heilig verklaarde auteur van het boek Utopia, Sir Thomas More, op de literatuurlijst.

Tot slot, de jezuïeten hielden de inheemsen onwetend en onder slavernij, leerde hen blanken te haten en vermoorden om zo het bestaan van de reducties geheim te houden voor de vorsten van Europa. Portugal sprak de volgende grieven uit:
Dat de Jezuïeten eenendertig grote volkeren onder hen hadden, welke grote rijkdommen voor de compagnie produceerden, terwijl de volkeren zelf in vreselijke armoede gehouden werden. Dat geen Spanjaard of Portugees, zelfs als die gouverneur of bisschop was, toegelaten werd in de reducties. Dat met dit vreemde bedrog, de Spaanse taal daar absoluut verboden werd. Dat de indianen getraind waren in blinde gehoorzaamheid, in grote onwetendheid gehouden werden, en onder de meest afschuwelijke slavernij ooit gekend, en onder compleet despotisme van zowel lichaam als ziel. En dat ze geen andere soeverein kenden dan de paters, en kenden geen enkele andere leiding of wet dan de hellige vaders, dat de indianen was geleerd dat de blanke man slechts goud vereerde en een duivel in zijn lichaam had, vijanden van de indianen waren, en van de afbeeldingen die ze aanbeden. Dat hen consequent geleerd was te vermoorden, waar ze hen ook vonden, en dat ze voorzichtig hun handen moesten afhouwen omdat ze andere weer tot leven konden komen.

Citaten zijn uit:

Geen opmerkingen:

Wie financierde Pol Pot?

Pol Pot was voorheen docent op een Rooms Katholieke school, in het boeddhistische land Cambodja. Hij werd dus niet betaald door "Israë...